Geneesmiddelen zijn een belangrijk onderdeel van de behandeling van hondentumoren en -kankers. Zonder medicijnen zouden veel behandelingen niet mogelijk zijn. Geneesmiddelen worden gebruikt om de tumor rechtstreeks te behandelen, maar ook om bijwerkingen van behandelingen te behandelen. Antibiotica worden gebruikt om infecties te behandelen, en medicijnen tegen misselijkheid worden gebruikt om misselijkheid en braken te voorkomen en te behandelen. Pijnstillers worden gebruikt om pijn onder controle te houden, en ontstekingsremmende medicijnen worden gebruikt om ontstekingen te verminderen. Veel behandelingen zijn alleen mogelijk met medicijnen. Dit omvat chemotherapie, bestralingstherapie en immunotherapie. Dit zijn behandelingen die alleen met medicijnen mogelijk zijn. Er zijn ook andere behandelingen beschikbaar waarbij medicijnen worden gebruikt. Dit omvat hormoontherapie, gerichte therapie en biologische therapie. Deze therapieën kunnen in combinatie met andere behandelingen worden gebruikt om de meest effectieve behandeling mogelijk te maken.

Er zijn een aantal medicijnen die effectief zijn bij de behandeling van hondentumoren en -kankers. De meest voorkomende zijn chemotherapiemedicijnen, die werken door kankercellen te doden. Andere geneesmiddelen die kunnen worden gebruikt, zijn onder meer bestralingstherapie, immunotherapie en gerichte therapie. Chemotherapie is de meest voorkomende behandeling voor hondentumoren en -kankers. Chemotherapiemedicijnen werken door kankercellen te doden. De meest voorkomende chemotherapiemedicijnen die worden gebruikt om hondentumoren en -kankers te behandelen zijn carboplatine, doxorubicine en vincristine. Carboplatine is een op platina gebaseerd chemotherapiemedicijn dat werkt door het vermogen van de kankercellen om zich te delen te verstoren. Doxorubicine is een antracycline-chemotherapiemedicijn dat werkt door DNA te intercaleren en topoisomerase II te remmen. Vincristine is een vinca-alkaloïde chemotherapiemedicijn dat werkt door zich te binden aan tubuline en de assemblage van microtubuli te remmen. Bestralingstherapie is een andere behandelingsoptie voor hondentumoren en -kankers. Radiotherapie werkt door het DNA van kankercellen te beschadigen, waardoor ze zich niet kunnen delen. Het meest voorkomende type bestralingstherapie dat wordt gebruikt om hondentumoren en -kankers te behandelen, is uitwendige bestralingstherapie. Externe bestralingstherapie is een vorm van bestralingstherapie waarbij een machine wordt gebruikt om hoogenergetische stralen op kankercellen te richten. Er zijn twee soorten uitwendige bestralingstherapie: 1. Fotonentherapie: Fotonentherapie maakt gebruik van hoogenergetische röntgenstralen om kankercellen te doden. 2. Protonentherapie: Protonentherapie maakt gebruik van bundels hoogenergetische protonen om kankercellen te doden. Protonentherapie is nieuwer en heeft mogelijk minder bijwerkingen dan fotonentherapie.

Chemotherapie is een vorm van medicamenteuze behandeling waarbij chemicaliën worden gebruikt om kankercellen te doden. Chemotherapie kan intraveneus (via een ader) of oraal (via de mond) worden gegeven. Chemotherapie wordt vaak gebruikt in combinatie met andere behandelingen, zoals een operatie of bestralingstherapie. Chemotherapie wordt gewoonlijk in cycli gegeven, waarbij elke cyclus bestaat uit een behandelingsperiode gevolgd door een rustperiode. Chemotherapie gaat vaak gepaard met bijwerkingen, zoals haaruitval, misselijkheid en braken, en vermoeidheid. Bestralingstherapie is een vorm van therapie waarbij gebruik wordt gemaakt van hoogenergetische röntgenstralen of andere deeltjes om kankercellen te vernietigen. Bestralingstherapie kan extern worden gegeven, door de straling van buiten het lichaam op de kanker te richten, of intern, door een radioactieve stof in of nabij de kanker te plaatsen. Radiotherapie wordt vaak gebruikt in combinatie met andere behandelingen, zoals een operatie of chemotherapie. Radiotherapie gaat vaak gepaard met bijwerkingen, zoals vermoeidheid, huidirritatie en diarree. Gerichte therapie is een soort medicamenteuze behandeling die zich richt op specifieke moleculen die betrokken zijn bij de groei en verspreiding van kankercellen. Gerichte therapie wordt vaak gebruikt in combinatie met andere behandelingen, zoals een operatie of chemotherapie. Gerichte therapie gaat vaak gepaard met bijwerkingen, zoals vermoeidheid, huidirritatie en diarree.

 Immunotherapie is een vorm van medicamenteuze behandeling waarbij het immuunsysteem van het lichaam wordt gebruikt om kankercellen te vernietigen. Immunotherapie kan intraveneus (via een ader) of via injectie worden gegeven. Immunotherapie wordt vaak gebruikt in combinatie met andere behandelingen, zoals een operatie, bestralingstherapie of chemotherapie. Wil immunotherapie effectief zijn, dan moeten kankercellen bepaalde eiwitten op hun oppervlak hebben. Ook is het belangrijk om te weten of deze eiwitten op de cellen aanwezig zijn voordat met immuuntherapie wordt gestart. Er zijn verschillende soorten immunotherapie, waaronder: Monoklonale antilichamen: Monoklonale antilichamen worden in het laboratorium gemaakt om zich te hechten aan specifieke eiwitten op kankercellen. Zodra het antilichaam zich aan de kankercel hecht, kan het het lichaam helpen de cel te doden. Monoklonale antilichamen kunnen alleen of in combinatie met andere behandelingen worden gebruikt. Monoklonale antilichamen worden in het laboratorium gemaakt om zich te hechten aan specifieke eiwitten op kankercellen. Zodra het antilichaam zich aan de kankercel hecht, kan het het lichaam helpen de cel te doden. Monoklonale antilichamen kunnen alleen of in combinatie met andere behandelingen worden gebruikt. T-celoverdrachtstherapie: T-celoverdrachtstherapie is een vorm van immuuntherapie waarbij gebruik wordt gemaakt van T-cellen (witte bloedcellen die infecties bestrijden) om het lichaam te helpen kankercellen te doden. Bij deze therapie worden witte bloedcellen bij de patiënt verwijderd en naar het laboratorium gestuurd. In het laboratorium worden de cellen veranderd om kankercellen te herkennen en te doden.

Over de auteur: Dr. Faith Whitehead; is een erkend dierenarts en onderzoeker.

nl_NLNL

Pin It on Pinterest